Eiser is afkomstig uit Nigeria en heeft in Nederland een asielaanvraag ingediend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiser vanwege het feit dat hij als Ogbanje, een duivelse geest die ongeluk brengt in de familie, wordt aangemerkt geen gegronde vrees heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag dan wel geen reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM . Uit de door eiser overgelegde bronnen volgt dat eiser, als hij herkend wordt als Ogbanje, wel degelijk een reeel risico loopt om te worden gedood of te worden blootgesteld aan marteling en/of mishandeling. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit.